Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet werk en inkomen kunstenaars

 

Artikel 22 Maatregelen
1
Het college weigert de uitkering tijdelijk geheel of gedeeltelijk, indien de kunstenaar:
a
blijk heeft gegeven van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen;
b
een verplichting als bedoeld in artikel 20, eerste lid, tweede lid, onderdelen a, b, c en d, of derde lid, niet of niet behoorlijk is nagekomen, of
c
een verplichting als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdelen c en e, of derde lid, niet binnen de daarvoor door het college vastgestelde termijn is nagekomen;
d
of zijn echtgenoot de verplichting, bedoeld in artikel 20, vierde lid, niet of niet behoorlijk is nagekomen;
e
of zijn echtgenoot de verplichting, bedoeld in artikel 20, vierde lid, met uitzondering van de verplichting, bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel d, niet binnen de daarvoor door het college vastgestelde termijn is nagekomen.
2
Een maatregel als bedoeld in het eerste lid wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de kunstenaar of zijn echtgenoot de gedraging verweten kan worden en de omstandigheden waarin de kunstenaar of zijn gezin verkeert. Van het opleggen van een maatregel wordt in elk geval afgezien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
3
Indien het niet tijdig nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel c, en derde lid, niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van uitkering, kan het college afzien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing ter zake van het niet tijdig nakomen van de verplichting, tenzij het niet tijdig nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder een zodanige waarschuwing is gegeven.
4
Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn kan het college besluiten af te zien van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid.
5
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste en tweede lid nadere regels worden gesteld.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •